De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath}

Reageren...

Re: Re: Re: Re: Re: Steekproefomvang klanttevredenheidsonderzoek

Ik heb een opdracht waar ik totaal niet begrijp hoe ik hieraan begin. Er is een omgeschreven cirkel gegeven, en telkens 1 zijde van twee regelmatige veelhoeken, in dit geval een zeshoek en een vierkant.
Dus in de omgeschreven cirkel staat 1 zijde AB die deel uitmaakt van een een regelmatige zeshoek en 1 zijde AC die deel uitmaakt van een vierkant. Beide zijden beginnen dus in het punt A.

De vraag luidt "voor welke regelmatige n-hoek, ingeschreven in de cirkel c, is BC een zijde?

Ik weet niet hoe ik hieraan moet beginnen. De enige leerstof die hierover gezien is, is de formule om de hoeken van een regelmatige n-hoek te berekenen, namelijk: (n-2)*180/n.
Dat kan ik uitrekenen voor de zeshoek (met zes hoeken van 120°) en voor het vierkant (4 hoeken van 90°). Maar dan heb ik geen idee wat ik hiermee moet aanvangen.

Antwoord

Hallo Aniek,

AB is een zijde van een regelmatige zeshoek, dan is hoek AMB 360°/6 = 60°.
AC is een zijde van een regelmatige vierhoek, dan is hoek AMC 360°/4 = 90°.

Dan is hoek BMC gelijk aan 90°-60°=30°.
Hoeveel keer past deze hoek van 30° in 360°?

Lukt het hiermee?

Gebruik dit formulier alleen om te reageren op de inhoud van de vraag en/of het antwoord hierboven. Voor het stellen van nieuwe vragen kan je gebruik maken van een vraag stellen in het menu aan de linker kant. Alvast bedankt!

Reactie:

Klik eerst in het tekstvlak voordat je deze knopjes en tekens gebruikt.
Pas op: onderstaande knopjes en speciale karakters werken niet bij ALLE browsers!


áâæàåãäßçéêèëíîìïñóôòøõöúûùüýÿ½¼¾£®©




$\mathbf{N}$ $\mathbf{Z}$ $\mathbf{Q}$ $\mathbf{R}$ $\mathbf{C}$
Categorie: Steekproeven
Ik ben:
Naam:
Emailadres:
Datum:19-5-2024